Een reis naar de Kiwi’s    deel 1  

 Met de KLM vliegen wij (Jan en Laura van Free Bird Focus) via Sjanghai naar Nieuw Zeeland om een nieuwe informatieve film te maken. We hebben een stop in Sjanghai waar we 3 dagen blijven voor we verder kunnen vliegen naar Nieuw Zeeland. Dat komt omdat we heel laat geboekt hebben. Maar wat we eerst vervelend vonden blijkt bij aankomst in de grootste havenstad van China een geweldige meevaller, wat een stad zeg!!!!!!!!   Na aankomst op een moderne nieuwe luchthaven, zweven we met de Meglev, een magnetische zweeftrein, met een vaartje van 431 km per uur naar het centrum van Sjanghai, een tochtje van 40 km wat in ruim 7 minuten wordt afgelegd.  In het reisboek hadden we gelezen dat Sjanghai het Rotterdam van China is, als we naar de bootjes kijken misschien wel maar kijken we naar de stad dan is Rotterdam maar een gehucht vergeleken met deze uiterst moderne stad.

              

Het is een feest om hier in het centrum rond te lopen tussen machtige kooppaleizen waar we ons af en toe in Las Vegas wanen, zoveel lichtreclames tegen de gevels. Ook de Chinezen die de shoppingcentra’s bevolken ogen heel welvarend, we hebben ons idee over China dus ook onmiddellijk bij gesteld want dit hadden in het land van Mao niet verwacht. En het mooiste is als je hier inkopen doet schamen we ons bijna als je af moet rekenen, want het kost hier echt niks Dus het beste reis je hier naar toe met een half volle koffer. Maar ook de oude binnenstad is goed bewaard gebleven en is een grote toeristen attractie, maar de toeristen zijn hier wel voor 95 % Chinezen, Europeanen zie je hier niet zo veel. De Chinezen hebben vroeger onder Mao niet vrij kunnen reizen, maar zijn nu hun achterstand ruimschoots aan het inhalen. Dus Sjanghai is echt geen straf om als tussenstop te verblijven op een reis naar Down Under. Maar we gingen naar Nieuw Zeeland dat zouden we nog bijna vergeten, dus met de zelfde Meglev en de zelfde snelheid weer terug naar vliegveld.  De tweede helft van de reis gaat met New Zealand Airlines die ons na 9 uur en 30 minuten vliegen afzet in Auckland. Vandaar gaan we met een binnenlandse vlucht door naar Christchurch op het Zuider Eiland. We gaan daar eerst naartoe omdat het begin maart is en hier dus het najaar begint. Op het Noorder Eiland heb je langer mooi weer, dus beginnen we onze tocht van 6 weken op het Zuider Eiland. Met de taxi laten we ons afzetten bij United Campers om onze camper op te halen. De vriendelijke dame van United Campers heeft alle tijd om ons de werking van ons luxe 4 persoons huis op

           wielen uit te leggen. Daarna rijden we rond 12 uur naar de Top 10 camping in Christchurch om wat bij te komen van de reis. Maar de volgende dag gaan we echt aan de slag, hoewel we thuis al alles via internet en informatie van Travelhome hadden uitgepluist begeven we ons toch eerst naar het informatie centrum om te kijken of ze nog aanvullende informatie hebben. Daarna gaan we met een historische tram een rondje door het centrum maken om een eerst indruk van de stad te krijgen. De tram vertrekt op het plein bij de Kathedraal hartje centrum vlak bij het informatie centrum en op verschillende plaatsen kun je uitstappen en later weer opstappen. Het plein is druk bezet met souvenir kraampjes en etenstentjes waar lekkernijen van kebab tot warme grilworsten te krijgen zijn. Daartussen door vertonen straatartiesten hun kunstjes om de toeristen te vermaken. Iets verderop stroomt het riviertje de Avon door het hart van de stad, gondeliers vervoeren toeristen voor een romanties tochtje over een idyllische stukje van de stad. Christchurch heeft de uitstraling van een relaxt plattelandsstadje waar veel toeristen hun reis door Nieuw Zeeland afsluiten voor ze weer terugvliegen naar huis. Het langgerekt park langs de rivier de Avon is een heerlijke wandelroute onder eeuwenoude bomen. Ook in de botanische tuin aan de rand van het centrum is het heerlijk toeven. Verspreid in het centrum staan nog veel historische gebouwen die herinneren aan de pionierstijd van Nieuw Zeeland .De volgende dag gaan we even buiten de stad met een gondelbaan naar de hoogste top van een heuvel waar we een schitterend uitzicht over de omgeving en de stad hebben. Met de auto kun je via Lytelton over een weg met prachtige vergezichten ook op de top van de berg komen. Deze weg is ook een geliefde route voor wielrenners die hier hun klimkwaliteit kunnen testen. De stad is nog zo goed als verlaten, als we zondagmorgen onder een strak blauwe lucht om 8 uur de stad uit rijden.  De weg slingert langs schitterende baaien waar het krioelt van de watervogels die bij laag water voedsel zoeken in de ondiepe delen. Onze route van vandaag voert naar Akaroa dat aan het einde ligt van een vulkanisch schiereiland. Als we onze camper parkeren op de Top 10 camping hebben we een grandioos uitzicht op Akaroa diep onder ons. Akaroa is een echt toeristenstadje waar je allerhande trips kunt boeken. Wij gaan mee met een boottocht om hecktor dolfijnen te spotten. En jawel hoor na een half uurtje varen scheren opeens een hele groep dolfijnen rond en onder onze boot. Maar niet alleen dolfijnen, ook zeeleeuwen en zeehonden laten zich uitvoerig bekijken. Voldaan gaan we na een geslaagde tocht koffie drinken op een van de vele leuke terrasjes. ’s Avonds hebben we vanaf de camping een betoverend uitzicht op het verlichte stadje aan de baai.

Wordt vervolgd 

       

Een reis naar de Kiwi’s deel 2

 

We verlaten wederom met een stralende zon Akaroa. Er loopt maar een weg over het schiereiland dus moeten we z’n 50 km over de zelfde weg terug en buigen dan af naar het zuiden. We rijden door een vlakte die bij Rakaia en Ashburton wordt doorsneden door twee brede rivierbeddingen waar zich verschillende stromen traag in voort bewegen. Bij Geraldine hebben we de vlakte weer verlaten en rijden we door glooiende heuvels met veel schapen. In Fairlie houden we het die dag voor gezien, op deze Top 10 camping hebben we Free wireles internet en kunnen we even contact leggen met het thuisfront. De volgende dag gaan we al weer vroeg op pad en de nevel hangt nog boven de velden. Maar als Lake Tekapo in zicht komt heeft de zon de nevel verdreven en vinden we het tijd om aan de oever van het azuur blauwe meer koffie te drinken, met de besneeuwde toppen van de Nieuw Zeelandse Alpen op de achtergrond. Verschillende bedrijven bieden hier rondvluchten aan boven de besneeuwde bergen en rond de top van Mount Cook. Dus stappen we in een klein vliegtuigje en maken een vlucht van een uur rond de hoogste top van Nieuw Zeeland, als er niet te veel wind is kan er zelfs een landing gemaakt worden op een van de gletsjers van Mount Cook.

        

Het ongeveer 30 km verderop gelegen Lake Pukaki is van een zelfde betoverende schoonheid. Via Twizel rijden we nog steeds door een adembenemend landschap naar de camping in Omarama, hier kunnen we ons in het Nederlands melden , want Wim en Ada zijn zo’n 25 jaar geleden vanuit Nederland naar Nieuw Zeeland verhuisd en hebben een hele tijd geboerd, maar een paar maanden geleden hebben ze deze camping overgenomen en delen nu hier de lakens uit. Hebben jullie de Clay Cliffs al gezien vraagt Ada aan ons, nee nog niet maar dat gaan we morgen wel doen. Dus zeggen we de volgende morgen Ada en Wim goeie dag en rijden over een 10 km lange gravelweg naar de cliffs.  2 maal moeten we onderweg een hek open maken om onze weg te kunnen vervolgen. De grillig gevormde kliffen doemen toch nog vrij onverwachts op, Water en wind hebben over een afstand van 800 meter een bizar landschap gecreëerd. Daarna rijden we weer naar de kust en bij Oamaru zien we weer de zee. Met mooi weer zijn we in Omarama vertrokken maar intussen is het 10 graden afgekoeld en dreigt het zelfs om te gaan regenen. Oamaru heeft een prachtig centrum met veel oude historische gebouwen. We gaan verder langs de kust en stuiten bij Moeraki op een zeer apart fenomeen. Over een lengte van 50 meter liggen tientallen perfect ronde keien half op het strand of in zee. Volgens de geleerde moeten ze er al zo’n 60 miljoen jaar liggen, dat is een hele tijd. In Dunedin zijn we nog net op tijd op de camping om het laatste vrije plaatsje te bemachtigen, het lijkt wel of heel Duitsland in een camper is gestapt om een rondreis door Nieuw Zeeland te maken, maar ook Nederlanders zijn een reislustig volkje en dus kom je ze ook hier in flinke aantallen tegen. Dunedin is een universiteit stad en heeft zijn rijkdom in vroegere tijd uit de grond gehaald. In de jaren 60 van de 19de eeuw is er in deze omgeving flink wat goud gevonden en daar dankt Dunedin haar prachtige gebouwen aan in het centrum. Zeker het spoorwegstation en het gerechts gebouw zijn ware juweeltjes. Maar ook de omgeving van Dunedin is zeer interessant. Op het schiereiland Otago Peninsula kun je pinguïns en albatrossen gaan bekijken. Dit is de enige plek op de wereld waar een kolonie albatrossen op het vaste land broeden. Ze zitten op het uiterste puntje van het schiereiland.

             

Met een gids kun je naar een observatie punt waar je ze ongestoord kunt bespieden. Ook de Pinguïns ga je met een gids bekijken. Zeeleeuwen liggen overal op het strand en je kunt ze zelfstandig tot op enkele meters naderen zonder dat ze enige aandacht aan je besteden. We starten onze camper weer en reizen verder naar het zuiden. Bij Balclutha moeten we de keuze maken of we snel naar Invercargill willen rijden of het wat rustiger aan willen doen over de kustweg. We kiezen voor het laatste en daar hebben we geen spijt van. We rijden door een glooiend landschap met regenwouden afgewisseld met weilanden, waar natuurlijk schapen grazen, veel schapen, niet zomaar een paar. Smalle bruggetjes waar maar een auto op past overbruggen ondiepe inhammen van de zee die ver het land in komen. In de buurt van Papatowai stoppen we bij een Kiwi camping vlak bij de Mclean Falls, het is te laat om de waterval vandaag nog te gaan bekijken, dus dat doen we morgen. Het is nog donker als we opstaan, maar na een lekkere douche en een stevig ontbijt gaan we op pad, een schitterend wandelpad voert ons door een weelderig regenwoud waar in de vroege morgen het een kakofonie is van vogel geluiden. Na ruim 20 min wandelen bereiken we de waterval, al is het najaar, de tijd dat de meeste watervallen het rustig aan doen, stoort deze zich daar totaal niet aan en laat hij het water overvloedig over de rand 25 meter naar beneden vallen, waar hij zich splitst en in verschillende kleinere watervallen zijn weg over een rotsplateau verder naar beneden zoekt. Voldaan dat we voor deze route gekozen hebben reizen we verder naar de meest zuidelijke stad van Nieuw Zeeland. Maar hoe die er uit ziet kun je lezen in deel 3 van ons reisverslag.  

 

Deel 3     reis naar de Kiwi’s

De meest zuidelijke stad van Nieuw Zeeland, Invercargill, daar waren we aangekomen. Nog steeds is het stralend weer en daarom gaan we maar meteen de stad verkennen. Ook deze stad bezit veel monumentale gebouwen, en de straten zijn er bijzonder breed. Nog 22 km zuidelijker ligt het havenplaatsje Bluff. Vanaf een uitzichtpunt boven op Mount Bluff kun je 32 km uit de kust Stewart Island zien liggen. In Bluff staat ook de meest gefotografeerde richtingaanwijzer van Nieuw Zeeland, hij geeft aan hoeveel km het is naar Londen, Antarctica, Argentinië, Tokio en noem maar op. Alleen zijn ze een belangrijke plaats vergeten, Amsterdam staat er namelijk niet bij, toch een klein minpuntje. De volgende morgen vertrekken we met lichte regen, maar bij Riverton begint de bewolking te breken en komt aarzelend de zon weer tevoorschijn. Riverton is een vissersplaatsje en dus zal de fish & chips hier wel goed smaken. In een snackbar annex videotheek bestellen we fish & chips om mee te nemen. Na 10 min wachten in de videotheek wordt ons een flinke portie fish & chips in krantenpapier gewikkeld overhandigd en begeven we ons naar de waterkant waar we ons in de camper te goed doen aan ons gezonde??? maaltje. Dan gaat onze reis weer verder en hoge bergen doemen op aan de horizon.

     

Bij Manapouri hebben we het Fjordenland bereikt. Hier gaan we aan boord van een boot en varen over mooie blauwe water van Lake Manapouri naar het eindpunt van het meer waar we een energiecentrale gaan bezoeken die onder bijzonder moeilijke omstandigheden gebouwd is in een zeer afgelegen gebied. Ik heb hier ooit een documentaire van op Discovery gezien onder wat voor omstandigheden hier gewerkt moest worden. De centrale is volledig in een berg gebouwd waar je via een tunnel naar toe kunt, maar alleen in groepsverband. Van een stuwdam is hier niets te zien, het water gaat via geboorde tunnelgaten naar beneden waar door de druk de turbines aangedreven worden, onbegrijpelijk hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen. Na ons bezoek aan de elektriciteit centrale stappen we in de bus en worden we over een gravelweg die speciaal voor de bouw van de centrale is aangelegd, naar Doubtful Sound gebracht, een tocht van ongeveer 45 min. Dit is het duurste weg op de wereld verteld de gids. Daarna gaan we opnieuw aan boord en varen we door een onbeschrijfelijk mooi landschap van de Doubtful Sound, geen wonder dat hier delen voor de film Lord of the Rings zijn opgenomen. Hoge massieve rotswanden rijzen loodrecht uit het fjord omhoog, dit hadden we niet willen missen, maar wat heel bijzonder is, vertelt de bemanning van de boot, is dat het hier 2 van de 3 dagen regent en wij zien dit alles met een staal blauwe lucht met hier en daar een dun doorzichtig wolkje tegen een bergwand. Nog onder de indruk gaat de reis verder naar Te Anau.

       

Te Anau zou zonder toeristen niet bestaan en het is dan ook een echt toeristenplaatsje met hoofdzakelijk boekingkantoortjes, winkeltjes en restaurantjes temidden van een overweldigend landschap. De top 10 camping staat vol met campers die met 1.5 meter tussenruimte naast elkaar geparkeerd staan. De volgende morgen stappen we in een shuttlebusje en gaan we naar een rivier waar we in een jetboot stappen en wordt de adreline opgevoerd als we met hoge snelheid over de rivier scheuren, rakelings langs boomstammen en rotsen, dit is echt kicken en met nog trillende benen stappen we na 1 uur weer uit. Weer tot rust gekomen stappen we weer in onze camper en rijden heel wat rustiger richting Milford Sound. Het eerste gedeelte van de weg loopt langs het Lake Te Anau met schitterende uizichten op het meer. Maar het wordt misschien wat eentonig als we weer moeten vertellen dat we hier niet uitgekeken raken en dan te bedenken dat ik altijd dacht, wat ik in Nieuw Zeeland kan zien kan ik in Europa ook zien. Dit landschap waar we nu met onze camper doorheen reizen bewijst dat ik de plank volledig heb mis geslagen, deze natuur is fenomenaal. Aan weerszijden van de weg regenwoud waar wandelroutes zijn uitgezet van 30 min. tot 5 dagen. Het eindpunt van de route, bij Milford Sound, is het hoogtepunt van deze 120 km lange weg. Geen dorp, geen winkels geen boekingskantoortjes, alleen puur natuur. Nu is de lucht wel bewolkt, dit geeft het landschap een dreigende schoonheid en ik weet nu niet meer wat mooier is, een onbewolkte lucht of dit, ik kan niet kiezen. We moeten weer de zelfde weg terug naar Te Anau, een andere mogelijkheid is er niet. Gelukkig hebben we de tank van de camper vol gegooid in Te Anau voor we vertrokken, want onderweg is daar geen mogelijkheid meer voor. Omdat het te laat is om nog te gaan kokkerellen gaan we in Te Anau bij de Chinees eten, heeeerlijk. Daarna in onze camper op de top 10 camping lekker uitbuiken.

     

Na een goede nachtrust, want we slapen uitstekend in ons huis op wielen, gaat de reis de volgende morgen richting Queenstown. Maar in Kingston trekt een schitterend gerestaureerde stoomtrein onze aandacht. Dus stappen we eerst nog even in deze dampende en stomende machine en laten ons in een prachtig nostalgisch rijtuig door een glooiend landschap rijden, met gratis koffie. (bij de prijs inbegrepen natuurlijk). Dan gaat het verder naar Queenstown, de stad waar het bungy jumpen is uitgevonden.

Maar hoe het ons daar vergaat kun je lezen in deel 4.

 

Een reis naar de Kiwi’s   Deel 4

Juist! in Queenstown waren we gearriveerd, de plaats waar ze het eerst, verbonden met een lange elastiek, boven een rivier van een brug af sprongen. En dat gebeurt nog steeds, met busladingen vol worden de waaghalzen van over de gehele wereld aangevoerd om een sprong in het diepe te maken. Bij de een gaat het snel, na het aftellen1- 2- 3 hangt hij of zij al te bungelen, bij de ander moet een kleine aanmoediging plaatsvinden, bij weer anderen vind zelfs een kleine dwang plaats, want als je eenmaal zover bent dat je met de elastiek verbonden bent en op het schavotje staat laten de bungy jongens (allemaal binkies) je niet snel meer terugkeren, je zult gaan of je moet een totale paniekaanval krijgen. Maar ja, de meeste sporten in Queenstown voeren het adrenaline gehalte behoorlijk op. De jetboten varen af en aan, vol met krijsende jongelui die denken dat ze te pletter slaan tegen een stevige rotsblok in een snelstromende rivier. Of met een helikopter naar boven en er dan met een parachute uit springen. Je kunt zelfs met een stuntvliegtuigje mee om loopings te draaien boven het meer. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is hier mogelijk. Met een jetboot zijn we al mee geweest, over Bungy jumpen moeten we nog even nadenken, dus kiezen we voor een rustig tochtje over het meer, en genieten van het prachtig uitzicht vanaf het water.

           

Ook als je met de gondelbaan naar een bergtop boven de stad gaat heb je een geweldig uitzicht over de stad en het omringende berglandschap. Het stadje aan het Lake Wakatipu draait volledig op het toerisme en is ook een goede uitvalsbasis voor uitstapjes in de omgeving. Zeker het historische goudstadje Arrowtown is een aanrader. Het heeft zijn bekendheid gekregen rond 1860, maar het volkje wat toen naar dit plaatsje trok waren avonturiers en lui met dollartekens in hun ogen. Allemaal kwamen ze naar Arrowtown omdat ze dachten dat ze maar een schep in de grond hoefden te steken en de goudklompen voor het oprapen lagen, er zijn er zeker bij geweest die er flink wat aan hebben overgehouden, maar de meesten trokken na een aantal jaren weer berooid verder naar een volgende goudplaats om daar hun geluk te beproeven. Het stadje heeft er prachtige gebouwen aan overgehouden en is een echte toeristentrekker. Na Queenstown zakken we via Wanaka af naar de westkust. Bij Wanaka loopt een schitterende weg tussen twee bergmeren door en verder naar het westen gaat het landschap over in ondoordringbaar regenwoud. Overal zijn parkeerplaatsen en verwijzen borden naar bijzondere plekken die je na een korte wandeling bereikt. Soms voert z’n wandeling over een schommelende hangbrug om de overkant van een rivier te bereiken, maar altijd is het eindpunt weer verbazingwekkend. Bij het gehucht Haast bereiken we de westkust, en het regenwoud grenst hier aan zee. Het gebied is zeer dun bevolkt en de plaatsjes die vaak uit niet meer dan een paar huisjes en een boerderij bestaan liggen ver uit elkaar en het is hier raadzaam om op je brandstof meter te kijken als je een tankstation tegen komt. Bij Fox Glacier komt er weer wat leven in de brouwerij en vliegen de helikopters af en aan om bezoekers over de gletsjer te vliegen, wat een magnifiek uitzicht oplevert. De meeste bedrijven maken een landing op de gletsjer en je mag even uitstappen om foto’s te maken. Andere bedrijven bieden wandelingen over de gletsjer aan onder begeleiding van een gids.

             

In het 27 km verderop gelegen Franz Jozef gebeurd het zelfde maar dan op de Franz Jozef Glacier. Na een flinke wandeling naar de gletsjer gaan we weer verder naar het noorden, en nog altijd rijden we door regenwoud met af en toe een open vlakte waar een eenzame boerderij staat en er koeien in het weiland lopen. Als we Greymouth naderen komen we voor Nieuw Zeelandse begrippen weer in een stad, het is ook meteen de grootste stad van de westkust. Het is ontstaan omdat er ooit wat goud is gevonden maar zijn werkelijke bestaan heeft het te danken aan de kolen die hier in de grond zaten. Het is een leuk bedrijvig stadje waar veel toeristen neerstrijken om het historische Shantytown te bezoeken, een openlucht museum dat volledig is nagebouwd als goudstad in de tijd van de goudkoorts, compleet met een oude stoomtrein die bezoekers over het complex vervoert. Je kunt er
zelf goud zoeken, succes verzekerd. Een andere interessante plek om vanuit Greymouth te bezoeken zijn de Pancake rotsen, halverwege Greymouth en Westport. Deze fascinerende rotsformatie lijken te zijn opgebouwd uit platte steenlagen die het uiterlijk hebben van een stapel pannenkoeken. Vandaar de naam. De golven van de Pacific Ocean beuken hier op de rotsen en in de
diverse spuitgaten stuift het water er als stoomwolken uit. Daarna beginnen we bij Westport aan een zeer bochtige weg dwars over het eiland naar Kaikoura aan de oostkust.

Hoe deze rit verloopt lees je in deel 5.

 

Een reis naar de Kiwi’s  Deel 5

Westport hadden we achter ons gelaten en we begonnen aan een flinke rit door het binnenland naar de andere kant van het eiland, de oostkust. Het is dinsdag 25 maart en vrijdag 28 maart moeten we in Christchurch zijn om de camper om te ruilen voor een ander type, dat United Campervans ook verhuurt. Maar eerst willen we nog naar Kaikoura. Het eerste stuk van de weg
loopt langs de Buller River, de weg volgt elke bocht in de rivier dus er wordt geen hoge snelheid bereikt. Maar dat hoeft ook niet want het landschap is geweldig en steeds moeten we over smalle bruggetjes waar een zijriviertje in de Buller River stroomt en dat zijn er veel, 1 auto past er maar op de brug, maar dat is geen probleem want er zit niet veel verkeer op de weg en het gebeurt maar zelden dat de brug bezet is en we even moeten wachten tot hij vrij is. Bij Culverden moeten we kiezen linksaf naar Kaikoura, of rechtsaf naar Kaikoura, weg links is korter maar weg rechts is groter maar ruim 30 km. om, na wat getwijfel besluiten we om weg links te nemen, het is al laat en we willen graag voor het donker in Kaikoura zijn dat nog 110 km rijden is. Maar na een half uurtje rijden zijn we nog niet hoger dan de 3e versnelling geweest, we hebben er 5 en meestal staat hij in de 2e versnelling. De weg is geen meter recht, allemaal zeer scherpe haarspeldbochten en korte maar steile klimmetjes en afdalingen, we vrezen dat we de verkeerde keuze hebben gemaakt, maar omdraaien is geen optie want als we dat doen zijn we een uur kwijt en misschien is die andere weg wel net zo bochtig. Maar hoofdzaak is na eindeloos gedraai en geslinger komen we toch nog in de schemer in Kaikoura aan. Maar om nog te gaan koken vinden we een beetje te veel gevraagd. Toen we door het plaatsje naar de camping reden, hadden we al een aantrekkelijk Thai’s restaurant gezien en we hadden toen al besloten dat we dat eens gingen itproberen, geen verkeerde keuze deze keer, heerlijk gegeten. Van over de gehele wereld komen toeristen naar Kaikoura om walvissen
en dolfijnen te zien. Bij Encounter Kaikoura gaan we aan boord om dolfijnen te zien en…. om met de dolfijnen te zwemmen.

               

Na 20 min. varen zijn we plotseling omringd door honderden dolfijnen, links, rechts van de boot, ze zijn overal, en er heerst een opgewonden stemming aan boord. Iedereen wil snel het water in om er tussendoor te gaan zwemmen, maar eerst moet er op een hoorn signaal gewacht worden, want de schroef van de boot moet helemaal stilstaan voordat de zwemmers het water in mogen, veiligheid voor alles. Maar dan is het zover, ze kunnen te water. Door de gidsen was al verteld, als je in het water bent maak zoveel mogelijk geluid in je snorkel, want dolfijnen zijn niet bang maar wel ontzettend nieuwsgierig en ze komen bijna altijd op het geluid af om te kijken wat het is. De niet zwemmers die het geheel vanaf de boot staan te bekijken kunnen hun ogen niet geloven. Overal dolfijnen en daar tussen door een 25 snorkelaars die niet wisten waar ze het eerst moesten kijken. Ze waren helemaal omringd door Dusky Dolfijnen, die de acrobaten van de zee worden genoemd omdat ze voorduren uit het water springen en rond
buitelen. Het schijnen er als maar meer te worden, maar plotseling schijnen ze er genoeg van te hebben en lijkt er een ’n commando gegeven te hebben, kom op jongens het speelkwartier is voorbij, we moeten verder. De hoorn van de boot klinkt, ten teken dat alle zwemmers naar de boot moeten komen. De motor wordt gestart en we varen met de dolfijnen mee die nu een spelletje beginnen met de hekgolf van de boot. Na een kwartier wordt de boot weer stil gelegd en de zwemmers gaan weer te
water. Na 3 uur dolfijnen avontuur houdt de touroperator het voor gezien en zegt tegen de dolfijnen tot morgen, want dan gaat hij weer met een nieuwe groep een bezoek brengen aan de dolfijnen die hier altijd in grote aantallen aanwezig zijn. Ook walvissen schijnen hier altijd aanwezig te zijn, maar die gaan we morgen met Wings over Whales bekijken.

            

Dat doen we met een vliegtuigje vanuit de lucht. Dat hier altijd walvissen zijn, komt omdat er voor de kust bij Kaikoura een diepe kloof in zee loopt waar veel pijlinktvissen zitten, de Great Sperm Whale jaagt daar op. In grootte moet hij 2 soorten voor laten gaan, maar dat zijn balein walvissen die van plankton leven. De Great Sperm Wale is de grootste walvissoort met tanden. Vanuit het vliegtuig zijn ze goed te zien en de piloot ziet aan het gedrag van de walvis wanneer hij gaat duiken, dan komt zijn grote staart uit het water en is hij voor 3 kwartier verdwenen en duikt hij naar een diepte van 1500 meter om op inktvissen te jagen. Maar er zwemmen er nog 5 rond dus walvissen genoeg. Als een walvis na 3 kwartier weer boven komt klinkt de stoot lucht die hij uitblaast als een kanonschot dat gepaard gaat met een geweldige waterfontein waarmee hij vroeger zijn aanwezigheid verraadde aan de walvisvaarders die op hem joegen. Ga je ooit met Travelhome naar Nieuw Zeeland vergeet de naam Kaikoura op het Zuider Eiland niet, want het is een geweldige ervaring om tussen honderden dolfijnen rond te spartelen en om de gigantische bewoners van de zee te zien, wij deden het vanuit het vliegtuig, maar het kan ook per boot. Wij maken ons klaar om naar Christchurch te rijden om de camper om te wisselen voor een ander type en reizen dan door naar onze laatste bestemming op het Zuider Eiland voor we naar het Noorder Eiland gaan.

Wordt vervolgd.

 

Een reis naar de Kiwi’s Deel 6

Kaikoura de plaats van de walvissen en de dolfijnen verlaten we met tegenzin, maar er is nog zo veel te zien op het Zuider Eiland.
Spoedig rijden we tussen mooie wijnvelden door naar Blenheim en overal wordt je op borden uitgenodigd om de heerlijke Nieuw Zeelandse wijn te komen proeven,. Wij laten dat maar achterwege, want we zijn van plan om vandaag nog een flink stuk te rijden naar het Abel Tasman National Park. In Nelson staat een standbeeld van Tasman, aan de baai waar hij ooit aan land ging. Zijn afbeelding  tuurt uit over de plek waar hij geen leuke herinnering aan over hield. Toen hij hier aan land kwam verloor hij 4 bemanningsleden. Tasman hield het hier voor gezien en hij schreef in zijn logboek dat Nieuw Zeeland werd bewoond door een zeer agressief volkje, dat je beter kon mijden. We rijden verder en passeren diverse grote ondiepe baaien waar het krioelt van de watervogels, je kunt het gebied een beetje vergelijken met onze wadden, maar hier wordt het omringd door mooie bergen.

               

Een waar paradijs voor het vogelvolkje. We nemen onze intrek op de Top 10 camping in Motueka en treffen daar weer een stel Australiërs die we al vaker op een camping zijn tegen gekomen. Ik kan je wel vertellen, het wordt die avond een gezellige boel en het zal morgenvroeg wel uitslapen worden. Na een heerlijke douche zijn we de volgende morgen weer helemaal fit, maar het weer is veranderd, er hangt een grauw wolkendek en het dreigt  te gaan regenen. Dus wordt voor het eerst de regenhoes voor de camera in de rugzak gepakt en trekken we er toch op uit. Met een watertaxi laten we ons in het Abel Tasman Park op een afgelegen baai afzetten om een wandeltrack in het park in beeld te brengen. Maar terwijl we nog op de boot zitten begint het al te regenen, dus beginnen we de camera maar in te pakken om hem tegen het water te beschermen. Van de schipper krijgen wij ook nog een regencape en we worden op het strand afgezet. Er wordt een afspraak gemaakt dat we later weer hier op dit strand worden opgepikt. Het Abel Tasman Park bestaat uit een prachtig stuk regenwoud (geen wonder dat het regent). Het ligt aan de kust met talloze mooi gelegen goudgele zandstrandjes in kleine baaien. Je kunt er wandelingen maken van 1 uur tot 5 dagen waarbij je in diverse hutten kunt overnachten. Ook met een kano worden tochten gemaakt van verschillende dagen waarbij de dolfijnen vaak onder je kano zwemmen. Het strand moet je vaak delen met een paar pelsrobben of zeeleeuwen.  Na het Abel Tasman National Park begeven we ons naar het mooi gelegen Picton waar we onze camper de boot op rijden om naar het Noorder Eiland te varen. Ruim 1 uur vaart de boot door een doolhof van eilanden voor hij open zee bereikt. Onderweg passeren we afgelegen boerderijen die op de eilanden liggen en ook een oud walvisvaarders station. De Kiwi’s die de overtocht al vaak gemaakt hebben doen een dutje benedendeks, maar de toeristen verdringen zich op het open dek om niets van deze tocht te missen. Na 3 uur varen leggen we aan in de haven van Wellington. Wellington is geen echte grote stad maar wel bijzonder mooi gelegen en veel mooie architectuur, dat bijna allemaal aan het Waterfront te vinden is.

               

Wat je in deze stad zeker niet mag missen is het Te Papa Museum. Het museum heeft 5 verdiepingen, waar op de eerste verdieping het vulkanische ontstaan van Nieuw Zeeland op een prachtige manier wordt uitgebeeld. Ook de Maori cultuur krijgt hier veel aandacht. De Maori’s zullen we op het Noorder Eiland veel vaker tegen komen dan op het Zuider Eiland.
Wellington heeft ook een tram die door een staalkabel tegen een steile helling wordt opgetrokken tot  aan de botanische tuin waar je een schitterend uitzicht hebt over de stad en de haven.
Na 2 dagen Wellington starten we onze Motorhome weer en rijden door een tamelijk vlak landschap met hier en daar een klein dorp naar Napier. Napier is in 1931 door een aardbeving totaal verwoest, maar is als een schitterende stad in Amerikaanse stijl, in ruitpatroon herbouwd met heel veel Art Deco gebouwen. Men zegt dat Napier de grootste Art Deco stad van de wereld is, dat wil zeggen dat het meer Art Deco gebouwen heeft dan Miami. Wat je ook niet mag missen is het zeeaquarium dat in een bijzonder mooi gebouw is gehuisvest. Haaien, roggen en andere grote vissen zwemmen over je hoofd als je door de glazen tunnel van het aquarium loopt.

We raadplegen de landkaart weer en sturen de camper richting Rotarua, hoe dat verloopt lees je in deel 7.

Een reis naar de Kiwi’s   Deel 7

We rijden Napier uit maar moeten gelijk al weer stoppen, voor ons ligt een meertje te schitteren in de opkomende zon. Op het water krioelt het van de watervogels, hoofdzakelijk zwarte zwanen. Het is nog vroeg, 7 uur en de zon komt rood op boven het glooiende landschap. Camera en statief snel uit de camper en we maken enkele schitterende opnamen met tegenlicht, het water heeft een goud glanzende kleur, de dag begint uitstekend.

             

Het landschap is totaal verschillend als op de route Wellington – Napier, waar het overwegend vlak tot af en toe licht glooiend was.Nu zitten we weer in mooi heuvelachtig landschap, met veel naaldbossen met daar tussen weilanden met schapen of koeien, veel Fries zwartbond. We komen weer regelmatig bruine borden tegen die verwijzen naar turn right of  left for a nice lookout. We komen ook veel vrachtwagens tegen met boomstammen. Op het Zuider Eiland zijn we een Nederlands echtpaar tegen gekomen die ons vertelden dat Dolf de Vries bij hen gelogeerd had, toen hij door Nieuw Zeeland reisde om een boek te schrijven. Nadien hadden ze van Dolf een boek ontvangen en ze stoorden zich er aan dat Dolf in zijn boek had geschreven dat Nieuw Zeeland bezig was zijn prachtige bossen te kappen. Maar hij schrijft niet, dat we ook weer nieuwe bossen aanplanten, zeiden ze een beetje verontwaardigd. Maar ik moet Dolf toch wel een beetje gelijk geven, want ze planten wel nieuwe bomen aan, maar dat zijn allemaal snel groeiende naaldbomen maar geen kauribomen waar Nieuw Zeeland ooit helemaal mee begroeid was. Maar ja ooit was Nederland ook begroeid met veel meer eiken en beuken bossen. Even voor Taupo stoppen we bij een Lookout om in de oven van de camper een pizza warm te maken, we hebben de stoeltjes uitgeklapt en eten hem op, met uitzicht op een spectaculaire waterval, wie doet ons wat. Taupo ligt aan een groot meer, dat door een vulkaanuitbarsting is ontstaan. Taupo is zich aan het ontwikkelen als een echte vakantieplaats waar van alles te doen is. Je kunt er rondvluchten maken met een vliegtuig, aan een elastiek omlaag vallen boven een rivier, in een jetboot over het water scheuren en vissen, aan de waterkant staat op een rotonde een enorme vis. Even buiten het stadje nemen we nog een kijkje bij de Huka falls, wat eigenlijk meer een bruisende en kolkende stroomversnelling is waar zelfs de jetboten zich niet in wagen. We rijden verder naar het noorden en zitten al in het gebied van warmwater en zwavelbronnen, hoewel Rotorua nog 85 km verwijderd is. Halverwege Taupo en Rotorua ligt Waiotapu Termal Wonderland. En dit is inderdaad een wonderlijk landschap wat je zeker niet voorbij moet rijden. Een maal per dag spuit de Lady Knox Geyser, precies om kwart over tien een stoomstraal 21 meter de lucht in. Helaas zijn wij er om 3 uur en moeten we er de stoomstraal maar bij denken, maar we zien stoom en zwaveldampen genoeg. De stank valt trouwens wel mee, we hadden het erger verwacht.

                   

De hele weg verder naar Rotorua zien we in het landschap overal stoom opstijgen, ten teken dat de bronnen over een groot gebied verspreid liggen. Als we Rotorua bereiken is het zwavelgeurtje overal aanwezig en zal niet meer verdwijnen voordat we de stad een flink stuk achter ons hebben gelaten. De zwavelbronnen en modderbaden hebben Rotorua haar grootste bekendheid gegeven, maar ook de Maori dorpen dragen flink bij aan de toeristische bekendheid van de stad. Op diverse plaatsen kun je culturele Maori voorstellingen en dansen bijwonen, we hebben bij verschillende culturele voorstellingen opnamen gemaakt, maar één stak met kop en schouders boven de rest uit. In het Tamaki Maori Village 15 km buiten Rotorua krijg je het echte dorpsleven van vroeger te zien en wordt er met volle overgave gedanst. Als je een boeking doet, wat je ook bij de Top 10 camping kunt doen, wordt je met een bus s’avonds bij de camping opgehaald en naar het dorp gebracht. Daar wordt je op een originele Maori methode onthaald. Dit gaat gepaard met dreigende kreten, rollende ogen en het uitsteken van de tong. Als je dit doorstaat en vooral niet gaat lachen, hoewel het er komisch uitziet, wordt er een varenblad door de chief of de grond gelegd, dat moet worden opgeraapt als teken dat je in vrede komt. Dan wordt er geneusd, het voorhoofd en de neus worden tegen het voorhoofd en de neus van de gast gedrukt als teken van begroeting, waarna je het dorp kunt betreden. Na het bezichtigen van het dorp en een culturele voorstelling wordt de avond beëindigd met een uitgebreide maaltijd, die op traditionele wijze is bereid. Kortom een geweldige en boeiende avond. De volgende morgen stappen we in een watervliegtuigje en stijgen vanaf Lake Rotarua op om de omgeving te gaan bekijken. De vlucht duurt 40 min en we vliegen over de gapende krater van Mount Tarawera die in 1886 ontplofte en 3 Maori dorpen begroef onder een dikke laag as en modder.

             

Mooie meren en bossen glijden onder ons door en door de geringe vlieghoogte is pas goed te zien hoeveel zwavelbronnen er over het landschap verspreid liggen, overal stijgen stoompluimen op. Rotorua is een stad die volledig op het toerisme draait, al zouden we er 2 weken verblijven dan zouden we ons nog geen dag vervelen. Je kunt er met een kabelbaan naar boven en dan met een slee, met kleine wielen, over een soort bobbaan naar beneden, je kunt er in een bal met een doorsnee van 3 meter van een helling rollen, je kunt zweven op de lucht van een verticale windtunnel. Je kunt er een schapenshow meemaken en zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar na 3 dagen Rotorua moeten we verder.

De volgende etappe wacht.

 

Een reis naar de Kiwi’s  Deel 8

Na Rotorua gaan we naar het westen om het Egmont National Park te bezoeken. We gaan over kleine weggetjes via Atiamuri, Whakamaru, Ongarue naar Taumarunui,( wat een namen) waar we The Forgotten Highway op gaan, die eindigt in Stratford. Deze weg doet zijn naam eer aan, hij gaat door een landschap met nederzettingen waar je je in de 19de eeuw waant. Een deel is nog onverhard. Whangamomoa (weer z’n naam om je tong te breken) is de grootste nederzetting op deze route en heeft zich uitgeroepen tot een vrije republiek. Er staat een prachtig hotel in western stijl en wat houten huizen. Onder de veranda van het hotel zit een man een biertje te drinken. Wij gaan naar binnen om een kop koffie te drinken. De hele gelagkamer hangt vol met foto’s van rugby teams. De vrouw achter de bar vertelt dat Whangamomoa 60 inwoners heeft, en dat het mannelijke deel bijna allemaal rugby speelt. Ieder jaar wordt er van het team een nieuwe foto gemaakt die een plaatsje krijgt in de gelagkamer van het hotel. In 2005 is het hotel uitgeroepen tot plattelands hotel van het jaar. Van mij verdient het die prijs dit jaar weer. We gaan verder en als we Stratford binnen rijden vormt de Vulkaan Taranaki op de achtergrond het decor van het stadje. Mount Taranaki heeft de meest perfecte vorm van een vulkaan en ligt eenzaam in een zacht glooiend landschap. Deze berg vormt voor de wandelaar een waar paradijs, wandelroutes voeren door dicht regenwoud naar plekken met een prachtig vergezicht of naar de Dowson Falls. New Plymount is de grootste stad aan de westkust en heeft ook de grootste haven van de westkust. Na New Plymount volgen we de kustweg richting Hamilton. Bij Waitomo gaan we een gloeiworm grot bekijken. Met een bootje vaar je door een grot waarvan het plafond en de wanden van de grot lijken op een sterrenhemel met miljoenen twinkelende sterren. Hier wordt ook aan black water rafting gedaan. Hele groepen gaan gewapend met een autoband ondergronds. door een gat dat iets groter is dan een vossenhol verdwijnen ze en daar schijnt een ondergronds riviertje te lopen. Ze hebben niet meer licht dan het licht van hun zaklamp die met een band op hun voorhoofd zit en in volstrekte duisternis komen ze ook nog een waterval van 2 meter tegen die even genomen moet worden. Na 6 km zien ze weer daglicht en het was hartstikke cool zeiden ze.

             

Hamilton is wederom een stad met veel mooie gebouwen uit een rijk verleden, maar wij gaan liever naar het rijke heden van Waihi, waar de goudmijn nog op volle toeren draait. Aan de rand van het stadje wordt uit een gigantisch gat in de grond wekelijks nog voor een fortuin van het edelmetaal gedolven. Vanaf een uitzichtpunt aan de rand van de mijn kun je de werkzaamheden volgen. Het museum in het stadje vertelt de geschiedenis van de mijn. Enkele kilometers verderop ligt Waihi Beach, waar je vanaf een schitterend strand de plaatselijke jeugd aan met hun surfboards aan het werk ziet. Bij eb is het strand wel 500 meter breed. Langs de kust trekken we verder naar het noorden richting Coromandel, maar bij Mercury bay volgen we even de bordjes Hot Water Beach. Als je hier bij eb een kuiltje maakt in het strand loopt het direct vol met warm water, op sommige plaatsen is het water zo warm dat je er niet in kan blijven staan. We gaan verder naar Coromandel de weg draait en slingert zich door het berglandschap. Er zijn mensen die beweren dat het Zuider Eiland veel mooier is dan het Noorder Eiland, maar wij kunnen moeilijk een keuze maken. Natuurlijk heeft het Zuider Eiland zijn fjorden, maar het Noorder Eiland heeft weer zijn talrijke warmwaterbronnen. Als we een pas over zijn zien we van grote hoogte Coromandel liggen met een labyrint aan eilandjes voor de kust. Het geheel baadt in de avondzon er ziet er adembenemend uit. We rijden door het gezellige stadje naar de camping die 5 km buiten het plaatsje ligt aan een ondiepe baai. Watervogels zijn in het terugtrekkende water nog snel op zoek naar voedsel voor het donker wordt. De volgende morgen worden we gewekt door het tikkende geluid van regendruppels op het dak van de camper. De stralende zon van de afgelopen weken is verdwenen en er hangt een grijze lucht boven en tussen de bergen. De regenjas voor de camera wordt weer tevoorschijn gehaald, want we hebben een treinrit in Coromendel geboekt door het regenwoud, waarschijnlijk hebben de weergoden gedacht bij een regenwoud hoort regen, en gelijk hebben ze, want het is er niet voor niets zo groen. Het treintje gaat over een zig zag smalspoor tegen de berg op. De helft van de rit rijden we vooruit, de volgende etappe rijden we teruguit. Zo zig zaggen we omhoog tot we op de top van de berg zijn, waar we gehuld in plastic jassen (verstrekt door de spoormaatschappij) ons vergapen aan het uitzicht, ondanks de regen. Na de treinrit rijden we langs de baai naar Thames, soms even droog dan weer een flinke bui. In Thames gaan we ondergronds om een verlaten goudmijn te bezoeken, dan hebben we ook geen last meer van de regen. Half gebukt lopen we achter onze kleine gids aan (die speciaal voor deze gangen schijnt te zijn gebouwd) door de nauwe mijngangen om ons in te leven in de moeilijke werkomstandigheden waar de mijnwerkers hier vroeger een karig loontje verdienden.

                     

Over een spoorlijn duwden ze de zwaarbeladen lorries naar buiten waar het gesteente in een stampbattery werd fijngestampt om het goud er uit te kunnen wassen. Vervolgens rijden we door naar Auckland waar we naar de camping gaan, het is zaterdagmiddag en alle winkels en cafe’s gaan sluiten en de straten van de dorpen en de stadjes zien er dan verlaten uit. Alleen in de grote toeristenplaatsen als Queenstown en Rotorua en nog enkelen zijn de winkels en cafe’s in het weekend wel open. Ook de grote supermarkten zijn 7 dagen per week open.

Zondag rijden we door Auckland voor onze laatste etappe in het noorden, hoe het daar is lezen jullie in de laatste aflevering.

 

Een reis naar de Kiwi’s  Deel 9

Het is rustig op de weg als we op zondagmorgen door Auckland rijden, op weg naar het noorden. De grootste stad van Nieuw Zeeland laten we even links liggen tot het einde van onze reis. We passeren plaatsjes als Helensville, Parakai, Wellsford en we slaan in Brynderwyn linksaf naar Maungaturoto, wegnr. 12 op die langs de westkust loopt. Het is zwaarbewolkt en regelmatig valt de regen met bakken uit de lucht. Het landschap is glooiend, er grazen veel melkkoeien die totaal geen last van de regen schijnen te hebben. Bij Matakohe verwijst een bord naar het Kaurimuseum en hoewel het niet op onze planning staat vinden wij het uitstekend weer om een museum in te duiken. Wel vragen wij ons af wat een Kaurimuseum doet in deze omgeving, kauri’s zijn reusachtige bomen die in het regenwoud groeien en er is in deze omgeving nauwelijks een boom in het landschap te ontdekken, alleen kale heuvels met daarop veel koeien en enkele schapen. Maar al snel wordt het ons duidelijk, in een oude zaagmolen waar vroeger de zagen onophoudelijk hun snerpende geluid lieten horen is nu een museum gevestigd, dus daarom zijn hier alle bomen verdwenen. Oude foto’s tonen gigantische woudreuzen die hier vroeger de heuvels bedekten maar ten behoeve van nieuw landbouwgebied allemaal verdwenen zijn.

             

Hier zien we ook dat de kauribomen niet alleen kostbaar hout leverden, maar ook de hars van de bomen was op een gegeven moment meer waard dan goud. Er konden prachtige sieraden van gemaakt worden. Verder zijn er kostbare meubels van kaurihout te zien, als we denken dat we het gehad hebben krijgen we pas het echte museum te zien. De oude bedrijfshal is schitterend ingericht met de oude machines. En met bewegende delen van de machines krijgen we te zien hoe dat allemaal in zijn werk ging. In dit museum kun je de hele dag ronddwalen en dan heb je het nog niet allemaal gezien, onze dag is weer helemaal goed, alleen jammer van deze schitterende bomen waarvan je denkt, hoe konden ze deze kolossen met hand en ossenkracht verplaatsen. Als ze eenmaal gekapt waren moesten ze toch naar de houtzagerij verplaatst worden. We zetten de ruitenwisser een standje hoger en rijden verder. Na Dargaville verandert het landschap, maar niet het weer. De hellingen zijn plotseling weer begroeid met regenwoud dus we hebben nu het weer wat bij het landschap past en ook de kauribomen zijn weer overal in het landschap aanwezig. In Oponani staat een standbeeldje van een dolfijn, jaren lang kwam deze dolfijn elke dag naar de baai om met de kinderen van het dorp te spelen, maar helaas hebben vissers die illegaal met dynamiet visten hem opgeblazen, de daders hebben ze nooit gevonden en de dolfijn kreeg een standbeeld. Door een weelderig begroeid landschap steken we het eiland over naar Waitangi. Een van de meest historische plaatsen van Nieuw Zeeland. Hier tekende de Maori een verdrag met de Engelsen waardoor er een einde moest komen aan steeds weer terugkerende gevechten. Waitangi ligt op een schiereiland aan de Bay of Islands, dat is uitgegroeid tot een van de populairste vakantie oorden van het Noorder Eiland. De baai heeft de meeste zonuren van heel Nieuw Zeeland en alle watersporten die maar te bedenken zijn worden hier te beoefenen. Wij gaan er weer zwemmen met dolfijnen, na Kaikoera hebben we daarvan de smaak te pakken. Hier treffen we een ander soort dolfijn aan, de Bottlenose (we wisten niet dat er zoveel soorten waren), deze zijn groter en wat bedaarder dan de Dusky dolfijnen die we in Kaikoura aantroffen.

                           

Ze zwemmen in groepen van 10 tot 20 stuks door de baai en komen even bij de boten met toeristen kijken en zijn dan weer verdwenen. Allemaal heel mooi en de toeristen op de boot zijn helemaal opgewonden, maar wij hebben de dolfijnen in Kaikoera gezien en wij kunnen u aanraden om de dolfijnen in Kaikoera te gaan bekijken, maar niet verder vertellen want dat vinden ze hier niet leuk. Verder kun je hier prachtige tochten maken door de baai, je kunt dat doen met een mooie historische klipper met bolle zeilen(De Tucker), of met een snelle jetboot, die af en toe helemaal los komt van het water. Met de ferry kun je de baai oversteken naar de oudste nederzetting van Nieuw Zeeland, Russel. Maar helaas moeten wij door, want de tijd dringt. Door het slechte weer van de afgelopen dagen, waardoor we geen opnamen konden maken omdat veel activiteiten in de baai uitgevallen waren , zijn we een paar dagen achter geraakt. We gaan nog even aan in Whangarei, een mooi knus stadje waar veel zeezeilers van over de gehele wereld beschutting zoeken in de haven, we treffen er ook een Nederlandse boot aan met de naam Hedel, ondanks flink wat zoeken in de mooie rustieke restaurants en barretjes in de haven, konden we de schipper niet vinden, anders hadden we graag een praatje met hem gemaakt. Whangarei heeft ook een interessant klokken museum dat in het zelfde gebouw gehuisvest is als de toeristen informatie post. Zeker even een kijkje nemen als je toch in de buurt bent. Dan komen we aan in de grootste stad van Nieuw Zeeland. Auckland heeft ruim 1.2 miljoen inwoners, wat een kwart is van de gehele Nieuw Zeelandse bevolking. Auckland bestaat eigenlijk uit de plaatsen North Shore, Manukau, Waitakere en Auckland City. Toen de eerste Europeanen hier voet aan wal zetten leefden er ongeveer 20.000 Maori’s. De Europeanen verhandelden vuurwapen aan de Maori’s waardoor de verhoudingen tussen de verschillende stammen uit evenwicht raakten en er veel stammenoorlogen ontstonden. Intussen is de rust volledig hersteld en komen we de Maori overal en in elke functie in de stad tegen. Mijn eerste indruk is dat Nieuw Zeeland de verhouding tussen blanken en Maori’s veel beter heeft opgelost dan Australië met de Aboriginals, maar ik moet toegeven, het fijne weet ik er niet van. Hoewel Auckland een miljoenen stad is, is het centrum niet heel groot en uitstekend te voet te verkennen. We beginnen onze verkenning met een rondrit van de gratis bus rond en door het centrum. Onderweg kun je uit en later weer instappen bij de diverse haltes op de route. De oude Ferry Building in de haven is het middelpunt van het waterfront.

                   

Vanhier vertrekken de veerboten naar diverse punten aan de overkant van de schitterende baai waaraan de haven is gelegen. Een verkleinde versie van de Harbour Bridge uit Sydney overspant de baai. Rondvaartboten vertrekken bij de Ferry Building voor een tocht door de haven. Vanuit de 328 meter hoge Sky Tower in het centrum hebben we een geweldig uitzicht over de stad de haven en de verre omgeving. Vanaf een platform op 192 meter hoogte springen jumpers de stad tegemoet, ga er maar aan staan. Queenstreet is de belangrijkste winkelstraat van de stad en het is er altijd gezellig druk. Na 2 dagen Auckland nemen we afscheid van "Het land van de lange witte wolken" zoals de Maori hun land vroeger noemden, en zien terug op een schitterende reis door een uitzonderlijk mooi en gevarieerd land. Een reis door Nieuw Zeeland, met een luxe camper van Travelhome, komt bij ons onder de categorie DROOMREIZEN te staan.

Binnenkort vindt u op de web pagina www.freebirdfocus.nl uitgebreide reistips voor een reis door Nieuw Zeeland.

Jan & Laura Habraken (Free Bird Focus)